De Norwich terriër

De Norwich terriërs zijn oorspronkelijk gefokt voor de jacht op de vos en de das en daardoor van nature geschikt om het erf en huis vrij te houden van ratten en ander ongedierte. Tegenwoordig worden ze vooral gehouden als huishond. Door hun onovertroffen moedige en vriendelijke karakter zijn ze de ideale huishond en vriend.

 

De Norwich terriër is eigenzinnig, volhardend en zeer verdraagzaam en vriendelijk van aard. Het zijn hondjes met een groot hart. Deze kleine maar geharde hondjes zijn moedig, enorm intelligent en ongelooflijk liefhebbend. Ze barsten van de energie, hun actieve aard drijft hen dan ook voort. Ze hebben een grote will-to-please, maar daarnaast hebben ze ook een eigen willetje. Hier moet dan ook rekening mee worden houden in de opvoeding van dit vlaegelke. Ze hebben een vriendelijke, maar zeer consequente opvoeding nodig. Ze gaan graag hun eigen gang, maar leren snel, zijn zeer leergierig en met wat beloning leren ze goed luisteren. Een harde aanpak werkt totaal niet, een vriendelijke aanpak wel. Te veel straffen kun je bij een Norwich terriër niet doen. Je moet ze een beetje beduvelen. Ze moeten toch doen wat wij willen, maar op een manier dat zij denken dat het gaat zoals zij het gewild hebben. De Norwich terriër is aanhankelijk en wil graag samenwerken, maar wel met uitdaging en vriendelijkheid gebracht. Je moet steeds rekening houden met hun wensen. Een zachte aanpak is daarom dan ook aangeraden. 

Hun jachtinstinct is nog steeds diep ingebakken in hun aard. Eenmaal een spoor gevonden? Deze vlaegelkes graven net zolang tot de buit is gevonden en de tuin een hopeloze zaak is geworden. De Norwich terriër is een overmoedige hond, maar wordt op latere leeftijd wat rustiger. Er zit geen agressie onder deze kleine vlaegelkes. Naast een goede vriend heb je ook een alerte waakhond.

 

De Norwich terriër vereist regelmatige lichaamsbeweging. Het is zeker niet te onderschatten wat beweging betreft. Het is niet omdat ze klein zijn, dat ze zonder dagelijkse lichaamsbeweging door het leven moeten gaan. Iedere dag hun poten kunnen strekken is cruciaal, anders worden ze moeilijk in te tomen in huis. Ze zijn gek op behendigheids- en zoekspelletjes, een bal ophalen willen ze ook wel doen, als ze daar toevallig zin in hebben, anders haal je hem zelf maar op. Op deze manier ventileren ze hun energie en leer je hen dingen aan. 

 

De Norwich terriër is een ruwhaar. De dekharen zijn vrij hard van structuur voelen stevig aan en hebben een heldere kleur. De wolharen zijn zachter, korter en liggen tegen de huid aan. Ze zijn ook lichter van kleur. Wanneer de vacht rijp is staan de haren in alle richtingen in bosje bij elkaar, dan kan de vacht geplukt worden. Dit gebeurt handmatig en moet minimaal eenmaal elke zes maanden, maar liever elke 3 maanden, gebeuren. Qua verharing heeft de norwich een blokverharing. Ze moeten drie maal per week worden geborsteld met een grove borstel of een speciaal in de handel zijnde terriërborstel. De poten bewerkt men het best met een grove kam. Een pasgeplukte hond is geen schoonheid. Het mooie komt pas met het natrimmen, één tot vier weken na de grote beurt. Doordat de vacht eruit gehaald wordt, reageert de huid en begint met het aanmaken van de wol. De nieuwe vacht zit dan na enkele weken onder de wollaag. Bij het natrimmen wordt de wollaag weggeruimd zodat de nieuwe vacht eronder tevoorschijn komt als korte diepglanzende haartjes.